Stage en een kijkje in de Indonesische cultuur - Reisverslag uit Padang, Indonesië van Nicole Segers - WaarBenJij.nu Stage en een kijkje in de Indonesische cultuur - Reisverslag uit Padang, Indonesië van Nicole Segers - WaarBenJij.nu

Stage en een kijkje in de Indonesische cultuur

Door: webmaster

Blijf op de hoogte en volg Nicole

19 Juli 2010 | Indonesië, Padang

Hallo allemaal,

Inmiddels is er weer een weekje verstreken. Ik zit helemaal in het ritme van het Indonesische leven en weet me prima aan te passen (met wat geklaag af en toe, maar toch). Het vooruitzicht dat ik over 6 weken weer terug ben in Europa is toch wel ontzettend prettig, want voor ons als ‘westerlingen’ is het idee dat je voor eeuwig in Indonesië zou wonen (leven zonder westers toilet, zonder warm water, met primitieve faciliteiten, tropische hitte (sommige dagen zweet je gewoon continu; dan zou ik echt wel 100x willen douchen op 1 dag) en tropische buien, het eten, de levensstijl, het verkeer, eigenlijk alles…) onvoorstelbaar. Maar voor 2 maanden is dit een geweldige ervaring, vooral omdat je leeft in een gastgezin waardoor je echt alle ‘insides’ van het Indonesische leven te zien krijgt. Zo’n stage (met alle geweldige excursies die Putra organiseert) en verblijf in een gastgezin geeft je een veel beter beeld van de cultuur en het land dan wanneer je als toerist hier zou komen.

Zondag (11/07) zijn we toch maar eerst naar het weeshuis geweest voor het aardbeving project om de Aiesec’ers niet teleur te stellen. We zijn daar ongeveer een uurtje gebleven; wat gepraat met de meisjes die in het weeshuis wonen (en op de foto geweest natuurlijk!) en meegedaan aan de workshop. Om 10 uur zijn we met de toerisme stagiaires met de auto naar Twin lake gegaan. Het was ver rijden (ongeveer 3 uur) en de weg was verschrikkelijk (superveel haarspeldbochten en nogal stijl). Wederom werden we met teveel mensen in 1 auto gepropt. We zaten met ongeveer 12 mensen in een auto waar je normaal met 8 mensen in zit. Ik heb echt wel honderd keer mijn hoofd gestoten aan het dak. Comfortabel is anders, laten we het daar maar op houden. Het meer was erg mooi, maar overal lag weer afval. Ik durfde niet te lunchen in het restaurant waar we waren omdat het eten koud geserveerd werd en in een ‘vitrine’ voor het raam stond (waarschijnlijk al vanaf ’s ochtends vroeg) en er vlogen allemaal vliegen rond het eten, dus dat vond ik niet echt hygiënisch en smakelijk. De jongens hebben wat gezwommen in het water en we hebben maar kort van het zonnetje kunnen genieten omdat het begon te regenen. ’s Avonds hebben we bij Wahyu thuis gegeten en voetbal gekeken (de wedstrijd begon om half 2 ’s nachts Indonesische tijd). Ik ben toen om 5 uur ’s ochtends (na de wedstrijd) met Jessica naar huis gegaan (Jessica had ook buitenhuis voetbal gekeken). Echt balen dat Nederland verloren heeft, maar ergens was ik wel blij (ik had het gigantische feest wat anders in NL plaats zou hebben gevonden natuurlijk niet willen missen!)

Maandag heb ik lekker uitgeslapen tot 11 uur, wat wel nodig was aangezien ik pas om 6 uur ’s ochtends in mijn bed lag. We hadden Putra ge-sms’t dat we die dag liever ’s middags werkte i.v.m. de wereldcup finale; dat was geen punt. We hebben van 13 uur tot 17 uur ‘gewerkt’ in Fellas en daarna hadden we een meeting in het Aiesec office. We kwamen laat bij de meeting vanwege een tropische bui. Tijdens de meeting hebben we geëvalueerd over de vorige seminar en gebrainstormd voor de volgende seminar. Daarna ben ik naar huis gegaan. Ik ben toen met Jessica en haar zusje naar een restaurant gegaan waar we Mantakan (deeg met ei ‘koek’ gevuld met vlees en groenten) hebben gegeten. Dat was echt super lekker! Ik denk het beste wat ik tot nu toe geprobeerd heb. Ik had er ook een lekker fruitsapje bij. Dat is ook wel iets typisch Indonesisch; ze maken overal sapjes van – groenten (bijv. wortel of komkommer) en fruit (wat je ook maar kunt bedenken… vooral tropische vruchten), maar als je vers fruit of groenten besteld in een restaurant kijken ze raar op en vragen ze of je misschien sap bedoeld. Fruit en groenten zijn trouwens ook absurd duur in de supermarkt (ik betaalde laatst 5 euro voor een paar trossen druiven).

Dinsdag hebben we ’s ochtends gewerkt en om 14 uur zijn we naar een school gegaan om onze seminar van zondag te promoten. De leerlingen op de school hebben als hoofdvak hotelmanagement, restaurantmanagement of patisserie en onze seminar zal aansluiten op dit onderwerp; dus het hotel- en restaurantmanagement aspect van toerisme in Europa. Daarna ben ik naar huis gegaan en heb ik een wasje gedraaid en wat kleding gestreken. Ik moet trouwens zeggen dat mijn kleding niet altijd even schoon wordt (moddervlekken blijf je lichtelijk zien) en alles lijkt onder de pluisjes te zitten. Dat zal wel komen omdat het koud water is, de draaischijf alleen onderin zit en je alle kleding bij elkaar gooit (niet sorteren op kleur of materiaal).

Woensdag en donderdag waren gewone typische stagedag; ’s ochtend werken en ’s middags wat rondhangen. Dondermiddag hebben we trouwens onze vlucht geboekt naar Jakarta en onze terugvlucht van Lombok naar Padang. Ik ga samen met Magda (Polen), Jonathan (Duitsland), Tair (Engeland) en Konstantinos (Griekenland) twee weken reizen. We vertrekken 29 juli en zullen 15 augustus weer terugkomen in Padang. We willen een weekje rondreizen in Java (over land), het eiland met het meeste culturele erfgoed, en dan de boot nemen naar Bali (daar heb je prachtige stranden en het is bekend vanwege het levendige uitgaansleven). We hopen 6 augustus in Bali te zijn zodat we kunnen feesten met de Fransen (Mathilde, Caroline, Hugo en Jacques). De Fransen gaan twee weken in Bali vertoeven, maar wij willen maar een paar dagen in Bali blijven en dan weer verder reizen naar Lombok (daar moet de natuur prachtig zijn), waarschijnlijk zal Jacques met ons meegaan. Officieel zouden we maar één week vakantie krijgen, maar Putra (baas van de Tourism Department) en Olin (één van de lokale Aiesec’ers die in het PBOX in Tourism project zit) hadden toestemming gegeven voor twee weken vrij. Jessica zei me later dat ik ook Water (degene met de hoogste functie binnen de Aiesec organisatie) moest informeren. Water vond twee weken te lang en stemt er dus eigenlijk niet mee in. Ik hoop dat hij uiteindelijk toch toe gaat geven, want we hebben onze vlucht immers al geboekt. Het is nogal een gedoe met die Aiesec mensen af en toe. Zij vinden de projecten enzo erg belangrijk, terwijl wij als Europese stagiaires graag wat meer van Indonesië willen zien omdat we veel geld hebben moeten neerleggen om hier te komen. Ik ben die dag met Magda naar Jati gelopen (een uurtje lopen door de stad is echt een hele ervaring in Padang; je wordt door super veel mensen aangesproken en de voetpaden zijn super slecht met ontzettend veel oneffenheden en gaten). Om 17u hadden we een meeting in Jati (Aiesec office) en daarna ben ik daar blijven hangen zodat ik met Jessica met de auto naar huis kon. We hebben toen samen gegeten in een restaurant (noedels in ‘soep’ met gehaktballen).

Vrijdag hadden we weer een excursie met de Tourism Department. Deze keer heeft Putra ons naar een dorpje gebracht dichtbij Padang. Ons stagiairegroepje is trouwens weer uitgebreid; er is een Braziliaans meisje bijgekomen. We kregen een kop thee of koffie (beiden met ontzettend veel suiker) bij aankomst en hebben toen wat zitten kletsen omdat het pijpenstelen regende. De planning was om naar een natuurlijke waterpoel te gaan maar het regende super hard. We hebben proberen te wachten tot het ophield met regenen, maar het bleef maar doorgaan. Uiteindelijk zijn we toch met zijn allen achterin de laadbak van een auto gesprongen met een tentzeil boven ons hoofd houdend. Die tocht was een avontuur op zich met de smalle kronkelende straatjes door het dorp en we zijn een eeuwenoude Nederlandse brug overgegaan (als je het mij vraagt stond die brug half op instorten, die moet uit de 18e of 19e eeuw stammen in de tijd van de Nederlandse koloniale bezetting). Daarna zijn we weer de ‘jungle’ ingegaan op onze slippers en sandalen en hebben we weer lekkere afdalingen gedaan en riviertjes overgestoken. De natuurlijke waterpoel was hartstikke bruin en de stroming super sterk waardoor het te gevaarlijk was om daar te zwemmen (Putra beweert dat met mooi weer het water helder en kristalblauw is en het water rustig is en geschikt voor zwemmen). Uiteindelijk ben ik ietsje verder, waar de stroming wat minder was en het water wat minder vies, het water in gegaan. Voordat we het wisten was het alweer donker en moesten we in het pikdonker onze weg terug vinden door de jungle. Dat was niet zo’n pretje op dat moment maar achteraf gezien was het erg leuk en avontuurlijk. Toen we terugkwamen bij het huis waar we zouden overnachten, konden we ons even opfrissen. Daarna werd er eten gebracht door de vrouwen. Wederom moesten de schoenen uit voordat we het huis betraden, aten we zittend op de grond en werden er verschillende (pittige!) gerechten opgediend in kleine schaaltjes. Na het eten werden er door de lokale bevolking verscheidene traditionele dansen opgevoerd met bijpassende traditionele muziek (gespeeld met specifieke instrumenten) en kleding. De dansen waren vooral geïnspireerd door zelfverdediging. Het was erg leuk om die dansen te zien en de muziek te horen; het was min of meer theater omdat achter elke dans een verhaal schuilt. Na de performances mochten wij zelf aan de slag. Het was een beetje lastig om de instructies van de dansers te volgen omdat zij geen Engels spraken, maar uiteindelijk hadden we min of meer door hoe het moest. Daarna zijn we met zijn allen gaan slapen (na wat spelletjes en geklets).

Zaterdagochtend werden we wakker door het ochtendzonnetje en het geblaat van geiten. Deze keer was de koffie en thee nog niet gezet waardoor we ‘nee’ konden zeggen tegen de suiker! Als ontbijt kregen we brood met marmelade, donuts die zeer op oliebollen leken en kokoscake. Na het ontbijt hebben we iedereen bedankt en heeft Putra mij thuis afgezet. Rond het middaguur kwam Jessica’s moeder thuis met een gigantische lunch (Nasi Ramus). Ik heb geprobeerd de lunch zo pittig mogelijk te eten, maar ik was zeer blij met mijn glas water. Halverwege heb ik het toch echt op moeten geven, want het was veel te veel. Ik had met Magda afgesproken dat ik die middag met haar de Padang heuvel zou beklimmen. We zijn samen naar de haven gelopen, de brug over, richting de heuvel. De mensen die aan die kant van het water wonen waren super vriendelijk en iedereen riep ‘buitenlander’ in het Indonesisch of ‘Hello Miss (soms Mister, als ze het Engels amper beheersen), how are you?’ en sommige wisten zelfs zinnen uit te brengen zoals ‘where are you going?’ en ‘what’s your name?’. Natuurlijk zitten er altijd van die ondeugende en brutale jongens tussen die ‘fuck you’ roepen. Binnen no time hadden we weer een zwerm kinderen om ons heen hangen die ons toeriepen en begonnen te giechelen. Het blijft vreemd. Deze keer kon ik het wel waarderen (als ik moe ben wat minder omdat ik het dan snel irritant ga vinden). Eenmaal bezweet en wel boven aangekomen hadden we een prachtig uitzicht over de zee, de stad en het Hermanus strand. Er liepen ook een paar apen rond die niet mensenschuw waren. Er was een inlandse jongen die graag met mij op de foto wilde, dus dat heb ik maar gedaan. Vanaf dat moment heeft die jongen ons steeds gevolgd en wees hij op verscheidene dingen zoals afwijkende paden, speciale planten, bepaalde dieren en restanten van de Japanse bezetting. Jessica heeft me na onze tocht opgehaald omdat ze met het hele gezin uit eten waren. Ik had absoluut geen honger na die gigantische lunch dus ik was blij dat ze al besteld hadden. Ze bleven vragen of ik wilde eten, maar ik bleef weigeren. Uiteindelijk heb ik een sapje besteld en al gauw bestelde ze een fruitsalade voor me. Om te voorkomen dat ik later honger zou krijgen had Jessica’s moeder toch maar wat eten besteld om mee naar huis te nemen zodat ik dat later zelf kon eten als ik honger zou krijgen. Zoals je hoort, ik zal nooit iets te kort komen en ‘nee’ kennen ze hier niet. Haar moeder is echt een schat van een mens, ze vraagt continu in Bahasa of alles wel naar wens is voor mij (of ik niet iets wil eten of drinken) en elke keer weet ze weer iets te verzinnen om te kunnen zeggen hoe knap ik wel niet ben (de ene keer mijn huid, dan mijn haar, dan mijn ogen etc.). En ze maakt zich vooral zorgen dat de zon mijn huid zal beschadigen; dat zou ze verschrikkelijk vinden. Ze wil maar al te graag weten wat voor middelen ik gebruik om mijn huid zo mooi vaag te houden (ik weet echt niet waar ze het over heeft…). Maar Jessica’s moeder spreekt dus geen Engels, haar zusje is veel te verlegen om ook maar iets tegen mij te durven zeggen en haar vader praat redelijk goed Engels en verteld maar al te graag over zijn cultuur dus dat is erg leuk. Met Jessica kan ik ook super goed overweg, dus ik heb het goed getroffen met mijn gastgezin.

Het verkeer blijft me ook elke dag weer verbazen; hele gezinnen die op één scooter rondrijden (het maximum aantal wat ik tot nu toe gezien heb is 6 personen op één scooter), ouders die hun kind van amper 3 jaar meenemen achterop de scooter of brommer en moeders die baby’s vasthouden terwijl ze op de scooter zitten, auto’s die zomaar doen wat ze willen en geen verkeersregels kennen, angkots die er zomaar oplos sjezen en het oorverdovende geluid van continu getoeter en geschreeuw. Alleen deze hectische en luidruchtige verkeerssituaties kunnen je al vermoeien. Indonesiers kunnen hun autorijbewijs krijgen vanaf 17 jaar en krijgen niet echt lessen, ze betalen iets van 30 euro voor een rijbewijs. Dat verklaard waarschijnlijk ook de gevaarlijke situaties en vreselijke rijstijl van de meesten (ik zou ze graag naar Nederland sturen voor een autorijles). Bij de angkots heb ik inmiddels door dat de oudere bestuurders proberen hun angkot vol te krijgen (ze stoppen dus mega vaak en soms heel lang om mensen naar binnen te praten) en jonge chauffeurs zijn razend snel (wat fijn is, maar ook gevaarlijk).

Het eten begint een beetje te wennen (het pittige dan, mierzoet zal ik nooit lekker gaan vinden), maar de hoeveelheid voedsel gaat me nog steeds te ver. Verder slaap ik super weinig; nog veel vergeleken met de gemiddelde Padang’er denk ik (zij slapen 5 uurtjes per nacht ofzo). Ik zie trouwens ook super veel insecten hier. De muggen zijn rampzalig, maar dat was te verwachten. Maar ook in de badkamer heb ik altijd gezelschap van een salamander en soms van een mot, vandaag kwam ik zelfs een kakkerlak tegen (gadverdamme!). Verder kruipen er overal mieren door het huis en komt er af en toe een vreemde kat het huis binnengewandeld. En ik heb een waterrat gezien in de keuken in een emmer water! (iewww!) De meeste mensen hier verwaarlozen hun beesten echt; ik heb nog nooit zoveel magere katten, koeien en paarden gezien. De honden lijken allemaal wild te zijn en her en der lopen wat kippen, geiten of schapen los rond. Soms vraag ik me af waar die mensen hun dieren stallen… (in hun huis?). Na een forse regenbui komt er geen water meer uit de kraan bij mij ‘thuis’. Ik snap de connectie tussen tropische regenbui en geen water nog steeds niet helemaal (nu is het droge seizoen, dus kun je nagaan hoe het moet zijn tijdens het natte seizoen; bijna nooit stromend water??!).

Verder moet ik erg wennen aan de traditionele en conservatieve gedachten en principes van de bevolking. De positie van vrouwen is heel anders dan in Europa. Niet in de zin dat vrouwen geen kansen hebben en minderwaardig zijn ofzo, maar juist de kleine dingen. Vrouwen moeten hun schouders en knieën bedekken (ook met het zwemmen!), ze mogen niet alleen op pad gaan met een man (ook niet overdag samen naar een publieke plaats ofzo), vrouwen moeten op tijd thuis zijn, vrouwen mogen niet met mannen in één ruimte slapen, vrouwen mogen geen alcohol drinken, vrouwen mogen niet roken etc. Wat dat betreft hebben mannen het beter getroffen hier; zij kunnen min of meer doen en laten wat ze willen. Ook zijn de mensen hier streng gelovig; de meesten bidden 5 keer per dag (waar ze ook zijn, overal is een gelegenheid om te bidden), velen dragen een hoofddoek, iedereen bedekt zich en ze doen niet aan seks voor het huwelijk. Allemaal dingen die voor ons, met onze liberale vrijheden, vreemd zijn. Ook qua familie betreft. Familie is heel belangrijk in de Indonesische cultuur, maar vooral de vrouwelijke lijn (niet de mannelijke zoals wij gewend zijn). Wat ik wel raar vind is dat ik altijd alleen zit te eten aan de keukentafel; vaak eet iedereen op een ander tijdstip en ik heb mijn gastouders zelfs in hun slaapkamer zien eten (ik mis het gezamelijke avondeten met het hele gezin). Ook praten zij gewoon met volle en open mond en hoor je soms onfrisse geluiden om je heen (in enige zin een beetje ‘onbeschaafd’ zegmaar).

Oja, zondag. We gaven een seminar op de hotelschool. Die seminars gaan een beetje vervelen want wij moeten er altijd super vroeg zijn, maar alles loopt altijd super erg uit (deze keer startte we minimaal een uur later) en het grootste deel is in Bahasa Indonesia (gastsprekers en Aiesec’ers). Wanneer wij aan het woord komen wordt er om de 5 minuten vertaald naar Bahasa omdat de schoolkinderen klaarblijkelijk niet alles verstaan. Als je de kinderen iets vraagt durven ze vaak ook niet in het Engels te antwoorden (ik denk uit verlegenheid). Dit alles maakt het behoorlijk saai voor ons; we verstaan niets en steeds wachten, wachten, wachten. Daarna zijn we naar een bruiloft geweest van een oud-Aiesec’er (lees –gratis lunch-). Daarna hebben we wat rondgehangen in het centrum, want we konden weinig doen omdat het regende. ’s Avonds heeft Jessica me opgehaald en ben ik met haar familie en vrienden van haar moeder (twee andere gezinnen) in een restaurant gaan eten. Dit restaurant was gelegen aan zee, dus je had prachtig uitzicht (helaas was het al donker). Weer schoenen uit, op de grond zitten en met de handen eten. Blijkbaar zag het er niet zo goed uit, ik met handen etend, want al gauw bood iemand me lepel en vork aan (je krijgt nooit een mes). Ik heb vooral allerlei vissoorten geproefd. Weer vond ik het vreemd dat sommige mensen begonnen te eten voordat de andere mensen gearriveerd waren; ze spreken af om ergens samen te gaan eten maar eten niet samen.

Vanochtend kreeg ik pap als ontbijt, gevuld met erwten, wortelen en rijst. Daar moest ik nou echt niet aan denken om 8 uur ’s ochtends. Na een paar happen heb ik het al opgegeven…

Tot het volgende reisverslag,
Nicole

P.S. Foto's zijn weer te vinden op mijn picasa webalbums site.

P.P.S. Sorry voor de mega lange reisverslagen maar er is zoveel te vertellen over de Indonesische cultuur en wat ik hier meemaak.

  • 19 Juli 2010 - 09:44

    Franca En Hub:

    Gefeliciteerd met je bachelor. Ik kan me voorstellen dat je straks blij bent om weer terug te zijn in Nederland en wel met een geweldige rijke ervaring erbij.

  • 19 Juli 2010 - 21:31

    Fam Vervoort:

    Nicole,wat een verhalen.
    Maar je weet, geniet ervan want het is zo weer voorbij!
    Gefeliciteerd met je bachelor.

  • 25 Juli 2010 - 20:51

    Petra En Koen:

    Hi Nicole,

    allereerst nog gefeliciteerd met je bachelor, beetje laat maar heb vanavond eindelijk de tijd gevonden al je verhalen te lezen en je fotos te bekijken Heel erg intressant allemaal. Geniet je tijd daar nog en veel plezier bij het rondreizen, misschien kun je bij terugkomst ons nog een paar tips geven, Wij hebben het plan in December naar Indonesien te gaan dus wie weet :-))) Ons plan is meer richting de Molukken te gaan maar wie weet heb je toch nog een paar nuttige tips :-))

    Groetjes uit München!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Nicole

Actief sinds 24 Aug. 2009
Verslag gelezen: 272
Totaal aantal bezoekers 24805

Voorgaande reizen:

20 Februari 2017 - 08 Maart 2017

Rondreis Costa Rica

01 Juli 2010 - 29 Augustus 2010

Aiesec stage @ Tourism Department, Padang

01 September 2009 - 31 Januari 2010

Studeren aan Corvinus University Budapest

Landen bezocht: